maandag, november 28, 2005

Beweging

Soms lijkt je leven in een stroomversnelling te raken. Heb je het gevoel dat alles aan het veranderen is, dat er plotseling veel onverwachte dingen op je pad komen en het lijkt of je niks kunt sturen.
Afgelopen weken is er weer zo’n fase aangebroken. En het bijzondere is dat het einde nog niet in zicht lijkt. Het is alsof alles nog steeds versnelt. Niet alle ontwikkelingen zijn positief, en niet alles wat er op je afkomt is leuk en het is vaak zeer vermoeiend. Maar het voelt spannend. Er is beweging… en beweging is goed.
Op mijn werk ben ik bezig van functie te veranderen. Van een controle- en adviesfunctie voordat een subsidie wordt verleend, spring ik naar een adviserende en controlerende functie tijdens de uitvoering van projecten. Daarbij merk ik dat de focus totaal anders is; bij de ene functie voorkom je problemen, terwijl je bij de uitvoering de ontstane problemen op moet lossen. En doordat ik mijn oude taken aan het overdragen ben, sta ik constant in spagaat. Soms heb ik zelfs het gevoel dat ik hier en daar achter de feiten aanren. Dat ik dingen even niet zie…
Dit heeft ook te maken met mijn nieuwe studie; ik werk nog maar 4 dagen per week. Het eerste blok van de MBA-opleiding zoomde in op strategisch Human resource management. Een vakgebied waar ik me vanuit mijn financiële achtergrond en in de praktijk nog nooit mee bezig had gehouden, en dat ik alleen kende vanuit een bepaalde idealistische invalshoek. En dan merk je opeens dat je ten opzichte van alle medestudenten, die gemiddeld zeker 5 tot 10 jaar ouder zijn en een leidinggevende functie hebben, toch wel jong en hier en daar naïef bent… (“Medewerkers betrekken bij het formuleren van de visie? Get real!”)
En tenslotte privé. Dates waar je jezelf stiekem toch best op verheugd had worden plotseling afgeblazen, waardoor een rustige vrijdag opeens verandert in een zware stapavond, gevoed door exen die opeens op plekken verschijnen waar je ze niet had verwacht, een optreden in de Schouwburg dat briljant is en dromen uit een verleden die je tegen 5en in de Shadrak tegen het lijf loopt. En dit is bijna een gemiddeld vrijdagavondje de laatste tijd… Wat wil je ook met een vriendenclub die qua relaties en problemen niet onder doet aan de zwaarste soap!
En tussen dit alles leef je gewoon door en drijf je mee op de golven. Het ene moment ben je voor vrienden in nood een rots in de branding, het andere moment voel je je opeens het naïeve jongetje, dan weer de jup-dertiger en tenslotte de wijze oude man.
Erg benieuwd waar dit heen gaat… wordt vervolgd.

vrijdag, november 25, 2005

Birdlovesong

Leuke clip, volgens mijn nicht zou dit er ongeveer uitkomen als een van ons een liedje zou zingen... tja, en ik ben bang dat ze gelijk heeft :-)
http://www.irlmeier.de/bird.swf

zondag, november 13, 2005

Boeken die je leven veranderen; Dzjan

Soms lees ik een boek dat mij zo meesleurt in een andere werkelijkheid, dat zo bijzonder geschreven is en me direct beklemmend vastgrijpt, waardoor ik tijdens het lezen al weet dat ik voortaan de wereld net iets anders zal zien. Vanaf nu staat Dzjan door Platonov nagelvast in dat lijstje, tussen boeken als ‘Wachten op de Barbaren’ door Coetzee, ‘De stad der blinden’ van Saramago en ‘Liefde in tijden van Cholera’ door Marquez. De laatste drie zijn Nobelprijswinnaars, en de reden dat Platonov die prijs nooit heeft gekregen, is waarschijnlijk dat het boek door tussenkomst van de Russische censuur pas 13 jaar na zijn dood is gepubliceerd. Het is niet het meest opgewekte boek, maar wel een waar ik tijdens het lezen pagina na pagina in verdronk, zoals ik bij het beluisteren van de Stabat Mater van Pergolesi juist door de intensheid het gevoel heb op te stijgen.

In het boek is geschreven rond 1935 en speelt zich af in de communistische Sovjetrepubliek. De pas afgestudeerde rasoptimist Tsjagatajev krijgt van de staat de opdracht om op zoek te gaan naar zijn volk, dat hij sinds zijn kindertijd niet meer had gezien. Doel is het volk Dzjan, wat ‘ziel’, of ‘leventje’ betekent, een volk dat onder onmenselijke omstandigheden in de woestijn van Midden-Azië ‘overleeft’, het communisme bij te brengen; ze geluk te brengen. Tijdens het uitvoeren van zijn opdracht gaat Tsjagatajev tot het uiterste, geeft hij zich letterlijk volledig aan het volk, zijn volk. Dat uiteindelijk zijn adviezen in de wind slaat, en zelf bepaalt wat zij doet.

Wat ik zo mooi vind is dat ik bij het lezen in een andere wereld werd getrokken, die erg ver van mijn dagelijkse realiteit af staat, maar die door de manier van schrijven tot leven komt. Hij beschrijft zo beeldend dat ik de mensen die hij opvoert voor me zie, ze ruik en hun aanwezigheid voel. Het is alsof het bekenden zijn, of mensen die ik laatst tegen ben gekomen. En door de perfect getimede nuchterheid lijken zelfs de meest extreme gebeurtenissen aannemelijk.

Het boek klopt voor mijn gevoel; qua zinsopbouw en woordgebruik, de opbouw van het verhaal, de gebeurtenissen en zelfs het slot. Na het lezen bleef ik nog een paar minuten als in tranche met het boek in mijn handen zitten, alsof ik zojuist was teruggekomen van een verre reis…

Tzjan, Andrej Platonov, ISBN 90 6143 196 4
Andere recensies:
http://www.boekenroute.nl/gasten/gtn1Boek.aspx?BoekID=3614
http://www.pegasusboek.nl/literatuurplatonovdzjan.htm

donderdag, november 10, 2005

Ozzy & Tom en Ewout & Etienne

Gezien; Het Kruithuis Groningen, 22 oktober 2005

Normaal waag ik me eigenlijk nooit aan onbekende cabaretvoorstellingen. De reden hiervoor ligt waarschijnlijk bij de enorme hoeveelheid slechte humorfilms die ik de laatste jaren heb gezien; meestal verzandt het in een reeks flauwe grappen en ligt alles er net iets te dik bovenop. Maar dit jaar durfde ik de spong in het diepe aan, en als een soort diversificatie op de gebruikelijke klassieke concerten en theatervoorstellingen, heb ik ook een reeks kaartjes in dit genre besteld.
Het cabaretgokfestijn begon op zaterdagavond 22 oktober met de winnaars van het Studentencabaretfestival 2004. Voor de pauze mochten Ozzy & Tom hun kunde bewijzen, na de pauze was het toneel gereserveerd voor Ewout & Etienne.

Het eerste duo trachtte, ondanks dat ze voldeden aan alle criteria van studentenclichés, voor mijn gevoel toch nog enig niveau te bereiken. Het draaide vaak om woordgrapjes, die niet eens allemaal in seks en bier verzandden, en de sketch waarin ze een verkoopscript naspeelden had zeker niet misstaan in een van de betere Jiskefet-afleveringen. Ze eindigden met een uitsmijter die voor mij het hoogtepunt van de show was, een lied over de panda. Het begon als een zoetsappig “Redt de Pandalied”, maar door een onverwachte wending bracht de panda het er opeens helemaal niet goed vanaf. Erg leuk gevonden, en vol verwachting keek ik uit naar het tweede gedeelte van de avond. Gewend aan de hierarchie van voorprogramma en hoofdact, moest voor mijn gevoel het beste nog komen…

Na de pauze was het niveau echter sterk wisselend. Briljant gevonden stukjes, zoals een lied over een verwaarloosd lief omaatje, werden afgewisseld met kinderachtig gekibbel en flauwe acties waarbij ze terugvielen op het zijn voor gek zetten van mensen uit het publiek en goedkope grapjes over de seksuele geaardheid van Etienne. Vooral bij dit gedeelte overheerste het gevoel dat een goede (strenge) regisseur geen kwaad gedaan, want momenten waarop ik dubbel lag van het lachen, werden afgewisseld met die waarop ik door de grond zakte van plaatsvervangende schaamte…

Wel interessant was dat ik, vooral de laatste drie kwartier, het gevoel had dat ik plotseling weer tien jaar terug ging, naar een van mijn jaarclubavonden bij Dizkartes. Ook daar kon met (en zelfs zonder) het vloeien van alcohol alles gezegd worden, waarbij het niveau sterk wisselde. De humor was hard, grof, vaak ongenuanceerd en moest het voornamelijk hebben van onverwachte overgangen. Inderdaad; studentenhumor. Ewout en Etienne hadden ons in de eerste zinnen hiervoor al gewaarschuwd; tijdens de vorige cabaretwedstrijd had de jury aangegeven dat zij dit niveau niet overstegen… En daar ben ik het mee eens. Toch heb ik een aantal keer dubbel gelegen van het lachen, en daar gaat het bij cabaret om… (toch?)

dinsdag, november 01, 2005

Spiraal omlaag; de andere kant van een eigen zaak

Voor jezelf beginnen is altijd al een droom van mij geweest. Het lijkt me spannend, geeft een gevoel van vrijheid en lijkt me boven alles gewoon leuk. Het begon ooit als jongensdroom, heel bescheiden, met mijn eigen boekhandeltje. Schitterend, een klein stijlvol zaakje, vol boeken, waar ik de hele dag kon lezen, en mensen vertellen welke boeken je zo mooi vond.

Maar de realiteit is vaak anders. Het is erg pijnlijk om mensen die je graag mag, die je al kent voor die tijd dat jij die jongensdromen had, die altijd je grote voorbeeld waren, die met dezelfde droom voor zichzelf zijn begonnen, nu tot over hun oren in de stress te zien zitten, juist door die eigen zaak. Recessie, liquiditeitsproblemen, partijen die hun afspraken niet nakomen. Naast dat het de mensen zelf sloopt, kan dit het hele gezin ontwrichten.

Elke keer als het echt mis dreigt te gaan, steeds als je de stekker eruit wil of moet trekken, gebeurt er weer iets dat je wat ruimte en moed geeft, is er weer ergens een lichtpuntje. En je kunt op den duur ook niet meer terug. Je hebt een hypotheek, verplichtingen, een gezin. Je zit er al tot over je oren in. Je staat echt in een spagaat.

Als buitenstaander kun je weinig doen. Het liefst zou je ze een paar ton euro geven, de druk wegnemen. Maar het enige dat je kunt doen is adviseren. Maar wat… want de besluiten hebben zulke grote gevolgen. Hoe graag je ook wil helpen, en zelfs na al die jaren studeren, na het doorspitten van al die moeilijke en wijze boeken met theorieën, zie ik niet hoe ze hieruit kunnen komen. En, je weet nooit wat er komt; misschien trekt de economie ineens aan, is daar die grote klant. Maar voor hetzelfde geld niet. En is over een tijd de zaak toch failliet, de mensen stuk en het gezin ontwricht.
Leuk, zo’n eigen zaak. Maar, weet waar je aan begint!

Tom McRae; vergane glorie?

Soms kom je toevallig in aanraking met een artiest die je vervolgens overal tegenkomt. Dat was bij mij het geval met Tom McRae. Uit een bak cd’s viste ik een exemplaar van ‘Blood in the head’, kocht die op de gok, en draaide hem vervolgens grijs. Tot mijn schrik bleek ik hem dit jaar op Werchter te hebben gemist, waar hij tussen alle andere onbekendere namen in de Pyramid tent niet was opgevallen. Gelukkig was er een herkansing; op 27 oktober stond hij in de Oosterpoort. Vol frisse moed begon ik dus onder mijn muziekvrienden zieltjes te winnen, maar iedereen die ik erover sprak, was vorig jaar al geweest. Met sterk wisselende reacties… De verwachtingen waren daardoor al enigszins getemperd. Gelukkig, want het was interessant, maar absoluut geen hoogtepunt.

Het meest vermakelijk aan het concert was het voorprogramma, Joe Purdy. Een pretentieloos bandje, met drie oerlelijke muziekanten die veel lol hadden op het podium, en gewoon mooie luisterliedjes maken. Ze waren blij met elk applaus, dat enthousiasme werkte weer aanstekelijk. Gelukkig was, net toen de Neil Young achtige stem begon te irriteren en het geheel wat saai werd, het optreden alweer voorbij. Dat is het voordeel van een voorprogramma…

En toen kwam de hoofdact; Tom McRae. Geheel in het zwart, met op de achtergrond in grote letters zijn naam, met een vogels boven de Rae. Hierdoor kreeg ik meteen een flashback naar mijn kindertijd, toen ik riddertje speelde, en dit soort tekens in mijn wapenschild had verwerkt…
Van begin af aan was duidelijk dat Mr. Tom niet zo happyhappy was. Op zich past dat ook bij zijn muziek, die aardig somber en duister is. Maar dat was niet alles. Bijna het hele optreden was muzikaal perfect, eigenlijk te perfect als je het mij vraagt. De liedjes klonken allemaal exact zoals op de cd, met geen toontje verschil. Ondertussen stond Tom chagrijnig zingend naar de rechterbovenhoek van de zaal te turen; het eerste halfuur heeft hij tussen de nummers door woord gezegd. Daarna werd hij iets losser, maar de woorden die eruit kwamen maakten het er niet beter op. Hij zeurde over de lage opkomst, de slechte verkoopcijfers van zijn cd’s, het tamme publiek en besteedde een lange monoloog aan sarcastische grapjes over zijn ex.

Al dat commentaar op het publiek was overigens helemaal niet terecht. Er waren inderdaad niet heel veel mensen, maar de mensen die er waren, zongen hard mee, applaudisseerden of hun leven er vanaf hing, en brachten heel toepasselijk zelfs een bellenblaashommage tijdens het laatste nummer; boy with the bubble. Een publiek waar dEUS een paar dagen daarvoor nog jaloers op zou zijn geweest! Maar hoe de mensen zich ook inzetten, Tom’s opmerkingen bleven negatief geladen.

Een lichtpuntje in het verder bijna saaie programma ontstond toen het voorprogramma de band nog even mocht versterken, en er opeens een stuk of 8 snaarinstrumenten op het podium stonden. Even dacht ik dat alles nog goed zou komen… maar zelfs in dit gedeelte leek hij alles zelf in de hand te willen houden, en gaf nauwelijks ruimte aan de overige bandleden.
Qua geluid en muziek was er technisch gezien helemaal niks op de show te merken. Maar juist dat feit, samen met de duidelijk perfectionistische en pessimistische Tom en een halflege zaal, lieten bij mij een nare nasmaak achter van vergane glorie. Dat had ik overigens kunnen weten; de cd die ik had gevonden, kwam uit de ramsj…

Het lijkt er echter op dat Tom moeite heeft deze dip in zijn carrière te accepteren, dus ik stel voor om hem, lering trekkend uit the Jeff Buckley story, voorlopig een zwemverbod op te leggen…